de overvloed

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:

[ˈovərvlut]

hoeveelheid die groter is dan nodig - Überfluss (der ~), Fülle (die ~)

Er is nog bier in overvloed. - Es ist noch Bier im Überfluss/in Hülle und Fülle da.

ten overvloede (=terwijl het niet nodig is) - überflüssig Misschien ten overvloede stuur ik een kopie van het document mee. - Auch wenn es vielleicht überflüssig ist, sende ich eine Kopie des Dokuments mit.

© K Dictionaries Ltd.

de overvloed (m)	die Pracht ; das Zuviel ; die Üppigkeit ; der Überschuß ; das Übermaß ; der Überfluß ; die Wonne ; die Wollust ; die Stattlichkeit ; der Reichtum ; der Prunk ; die Menge ; die Masse ; der Luxus ; die Herrlichkeit ; der Haufen ; die große Masse ; der Glanz ; die Fülle ; der Berg ; der Auswuchs
overvloed	Überfluss

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: berg
NL: boel
NL: buitensporigheid
NL: exces
NL: grote hoeveelheid
NL: hoop
NL: luxe
NL: massa
NL: overdaad
NL: overdrevenheid

NL: overvloed van goederen DE: Überfluß an Gütern
NL: in overvloed (leven) DE: im Überfluß
NL: (dat hebben we) in overvloed DE: im Überfluß, in Hülle und Fülle
NL: (boeken) in overvloed DE: die Menge, in Hülle und Fülle
NL: ten overvloede DE: zum Überfluß, obendrein