Vertalingen opvrolijken NL>DE
opvrolijken
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɔpfroləkə(n)] |
| Verbuigingen: | vrolijkte op (verl.tijd ) heeft opgevrolijkt (volt.deelw.) |
vrolijker maken -
aufheitern | een ziekenhuiskamer een beetje opvrolijken met kindertekeningen en bloemen - ein Krankenhauszimmer mit Kinderzeichnungen und Blumen etwas aufheitern |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| opvrolijken (ww.) | aufheitern (ww.) ; aufmuntern (ww.) |
| opvrolijken (werkw.) | aufmuntern |
| opvrolijken | erheitern |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `opvrolijken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opbeurenNL: opfleurenNL: opmonterenNL: verluchtigen