Vertalingen opvallen NL>DE
opvallen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpfɑlə(n)] |
Verbuigingen: | viel op (verl.tijd ) is opgevallen (volt.deelw.) |
aandacht trekken door bepaalde kenmerken -
auffallen Er hangt wel een naambordje naast de deur, maar dat valt nauwelijks op. - Neben der Tür befindet sich wohl ein Namensschild, aber das fällt kaum auf. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opvallen (ww.) | auffallen (ww.) ; ausstechen (ww.) ; hinausragen (ww.) ; vorspringen (ww.) ; überragen (ww.) ; zur Schau stellen (ww.) |
opvallen (werkw.) | auffallen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `opvallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afstekenNL: de aandacht trekkenNL: eruit springenNL: frapperenNL: uitspringenNL: uitsteken