Vertalingen opsturen NL>DE
opsturen (ww.) | abschicken (ww.) ; absenden (ww.) ; einschicken (ww.) ; einsenden (ww.) ; jemand etwas zuschicken (ww.) ; schicken (ww.) ; senden (ww.) ; verschicken (ww.) ; versenden (ww.) ; wegschicken (ww.) ; wegsenden (ww.) ; zum Versand bringen (ww.) ; zusenden (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `opsturen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gestuurdNL: iem. iets sturenNL: overmakenNL: postenNL: sturenNL: toezendenNL: verzendenNL: verzondenNL: wegsturenNL: wegzenden