Vertalingen opstrijken NL>DE
opstrijken (ww.) | annehmen (ww.) ; bekommen (ww.) ; empfangen (ww.) ; entgegenehmen (ww.) ; erhalten (ww.) ; hinnehmen (ww.) ; in Empfang nehmen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opstrijken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: in ontvangst nemenNL: innenNL: krijgenNL: ontvangenNL: oppersen