Vertalingen oproep NL>DE
de oproep
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈɔprup] |
Verbuigingen: | oproepen (meerv.) |
uitnodiging om iets te gaan doen -
Aufforderung (die ~), Aufruf (der ~) een oproep om te gaan stemmen voor de gemeenteraad - eine Aufforderung, zur Gemeinderatswahl zu gehen Vanaf de moskee hoor je vijf keer per dag een oproep tot het gebed. - Von der Moschee aus hört man fünf Mal täglich einen Aufruf zum Gebet. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de oproep (m) | der Aufruf ; der Ruf |
de oproep | der Anruf |
oproep | abgehender Ruf ; Anforderung ; Anfrage ; Anruf ; Anrufzeichen ; Aufruf ; Funkrufempfangsgerät ; Kennsatz ; Ruf ; Rufanlage ; Verbindung |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `oproep`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanmaningNL: aansporingNL: roep