Vertalingen luilak NL>DE
de luilak
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | ['lœylɑk] |
| Verbuigingen: | luilakken (meerv.) |
iemand die lui/sloom is -
Nichtstuer (der ~), Faulpelz (der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de luilak (m) | die Drückeberger ; der Faulenzer ; der Faulpelz ; das Faultier |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `luilak`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lanterfantNL: luiaardNL: luiwammes
