Vertalingen oprichten NL>DE
I oprichten
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔprɪxtə(n)] |
Verbuigingen: | richtte op (verl.tijd ) heeft opgericht (volt.deelw.) |
(iets) laten ontstaan -
errichten , aufstellen , gründen een vereniging oprichten - einen Verein gründen |
II zich oprichten
reflexief werkw.
Uitspraak: | [ˈɔprɪxtə(n)] |
Verbuigingen: | richtte zich op (verl.tijd ) heeft zich opgericht (volt.deelw.) |
rechtop gaan zitten of staan -
aufrichten , aufstellen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
oprichten (ww.) | aufheben (ww.) ; aufrichten (ww.) ; aufsetzen (ww.) ; aufstellen (ww.) ; erheben (ww.) ; errichten (ww.) ; gründen (ww.) |
oprichten (werkw.) | aufrichten ; errichten ; gründen |
oprichten | Aufrichten ; gründen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `oprichten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beginnenNL: grondvestenNL: instellenNL: invoerenNL: optrekkenNL: opzettenNL: overeind komenNL: overeind zettenNL: overeindzettenNL: stichtenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand)
oprichten
DE: (eig. en figuurlijk) aufrichtenNL: z.
oprichten
DE: sich aufrichten, (gaan staan) sich erheben