Vertaal
Naar andere talen: • ophopen > ENophopen > ESophopen > FR
Vertalingen ophopen NL>DE
ophopen (ww.) hineinfressen (ww.) ; hinunterschlucken (ww.) ; verbeißen (ww.)
ophopen (werkw.) anhäufen ; aufhäufen
het ophopendas Anhäufen ; das Aufstapeln ; das Erhöhen ; das Stapeln
ophopen ansammeln
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `ophopen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aangroeien
NL: opaarden
NL: opkroppen
NL: opstapelen
NL: stapelen
NL: verhogen
NL: verzamelen