1. MWB
  2. Vertalen
  3. openlijk (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • openlijk > EN • openlijk > ES • openlijk > FR
Vertalingen openlijk NL>DE

openlijk

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈopə(n)lək]

(van iets vertrouwelijks) hoorbaar of zichtbaar voor anderen - öffentlich
openlijk oproepen tot geweld - öffentlich zur Gewalt aufrufen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
openlijk offenherzig ; öffentlich ; öffentlich ; wahr ; unverstellt ; unverhohlen ; unverfälscht ; unverblümt ; unverblühmt ; treuherzig ; treugesinnt ; treu ; schnurgerade ; rundheraus ; rein ; pur ; offen ; herzlich ; geöffnet ; gerecht ; geradeheraus ; freigegeben ; fein ; fair ; ernsthaft ; ehrlich ; direkt ; aufrichtig ; aufrecht ; freimütig ; offenbar ; offen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `openlijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: cru
NL: hardop
NL: onomwonden
NL: onverbloemd
NL: onverholen
NL: rechttoe rechtaan
NL: ronduit

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: in openlijke vijandschap DE: in offener Fehde