Vertalingen opdrogen NL>DE
opdrogen (ww.) | austrocknen (ww.) ; einschrumpfen (ww.) ; eintrocknen (ww.) ; runzligwerden (ww.) ; schrumpeln (ww.) ; schrumpfen (ww.) ; trockenlegen (ww.) ; trocknen (ww.) ; vertrocknen (ww.) ; zusammenschrumpfen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opdrogen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: drogenNL: hardenNL: indrogenNL: uitdrogenNL: verdorrenNL: verdrogenUitdrukkingen en gezegdes
NL: opdrogend middel
DE: Trockenmittel