Vertalingen oor NL>DE
het oor
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [or] |
Verbuigingen: | oren (meerv.) |
1) deel van je hoofd waarmee je kunt horen -
Ohr (das ~) flaporen - Segelohren |
Het gaat het ene oor in en het andere uit. (=wat er gezegd wordt, wordt niet onthouden) - Es geht zum einen Ohr herein und zum anderen Ohr heraus.
|
met een half oor luisteren (=niet goed opletten, niet geconcentreerd zijn) - mit halbem Ohr zuhören
|
één en al oor zijn (=heel aandachtig luisteren) - ganz Ohr sein
|
iemand een oor aannaaien (=iemand bedriegen) - jemanden über´s Ohr hauen
|
met je oren staan te klapperen (=heel verbaasd zijn) - mit den Ohren wackeln
|
met rode oortjes (=opgewonden) - mit roten Ohren
|
2) handvat waaraan je een stuk servies kunt optillen -
Ohr (das ~) een soepkom met twee oren - eine Suppenschüssel mit zwei Ohren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het oor | der Henkel ; das Ohr ; das Tassenohr |
oor | Auris ; Flügel ; Ohr ; umgeschlagene Ecke ; Wing |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `oor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gehoororgaanNL: handgreepNL: handvatNL: oor van een kopjeUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand oren aannaaien
DE: einem einen Bären aufbindenNL: het
oor scherpen
DE: die Ohren spitzenNL: (iemand) de oren (wassen)
DE: den KopfNL: Iemand aan de oren malen
DE: einem in den Ohren liegenNL: aan dat
oor is hij doof
DE: auf dem Ohr ist er taub, (figuurlijk) dafür hat er kein OhrNL: (iemand iets) in het
oor blazen
DE: ins Ohr raunenNL: iets in zijn oren knopen
DE: sich etwas hinter die Ohren schreibenNL: maar met een half
oor luisteren
DE: nur mit halbem Ohre zuhörenNL: Iemand om zijn oren geven
DE: einem eins hinter die Ohren gebenNL: klap om de oren
DE: Ohrfeige (die)NL: op één
oor gaan liggen
DE: sich aufs Ohr legenNL: het is op een
oor na gevild
DE: wir sind fast am EndeNL: tot achter de oren kleuren
DE: bis über die Ohren, über und über rot werdenNL: ter ore (komen)
DE: zu OhrenNL: dat ging het ene
oor in, het andere uit
DE: das ging zu dem einen Ohr hinein, zum andern hinausNL: daar had hij wel oren naar
DE: das sagte ihm wohl zu