Vertalingen onttakelen NL>DE
| onttakelen (ww.) | beseitigen (ww.) ; demontieren (ww.) ; entfernen (ww.) ; entfestigen (ww.) ; wegnehmen (ww.) |
| het onttakelen | das Abschirren ; das Abtakeln |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `onttakelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aftuigenNL: demonterenNL: ontmantelenNL: uit elkaar halenNL: uit elkaar nemenNL: uitnemen