Vertaal
Naar andere talen: • namelijk > ENnamelijk > ESnamelijk > FR
Vertalingen namelijk NL>DE

namelijk

bijwoord
Uitspraak:  [ˈnamələk]

<als toelichting of verklaring>
- nämlich
De bank is dicht, het is namelijk zondag. - Die Bank hat geschlossen, es ist nämlich Sonntag.
Twee van ons gingen met de fiets, namelijk mijn vader en ik. - Zwei von uns fuhren mit dem Fahrrad, nämlich mein Vater und ich.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
namelijk (bijwoord) nämlich
namelijk das heißt ; nämlich ; daß heißt ; nämlich ; und zwar
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `namelijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: en wel
NL: immers