Vertaal
Naar andere talen: • namelijk > DEnamelijk > ENnamelijk > FR
Vertalingen namelijk NL>ES

namelijk

bijwoord
Uitspraak:  [ˈnamələk]

<als toelichting of verklaring>
- a saber
De bank is dicht, het is namelijk zondag. - El banco está cerrado ya que es domingo.
Twee van ons gingen met de fiets, namelijk mijn vader en ik. - Dos de nosotros iban en bicicleta, a saber mi padre y yo.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
namelijk es decir ; a saber ; específicamente ; esto es ; o sea
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `namelijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: en wel
NL: immers