Vertaal
Naar andere talen: • immers > ENimmers > ESimmers > FR
Vertalingen immers NL>DE

immers

bijwoord
Uitspraak:  ɪmərs]

<je zegt dit als je de reden van iets geeft>
- nämlich
Eet maar niet van dat gebak. Je bent immers te dik. - Iss nicht von dem Gebäck. Du bist nämlich zu dick.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
immers da ; denn ; ja doch ; ja ; schließlich
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `immers`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bepaald
NL: namelijk
NL: ongetwijfeld
NL: ook
NL: tenslotte
NL: toch
NL: wel
NL: zeker

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (hij moet weten wat hij te doen heeft:) hij is immers (geen kind meer) DE: denn er ist, ist er doch