nakomen

werkw.

Uitspraak:	[ˈnakomə(n)]
Verbuigingen:	kwam na (verl.tijd ) is nagekomen (volt.deelw.)

doen wat je hebt gezegd dat je zou doen - nachkommen , erfüllen , einlösen , einhalten

een belofte nakomen - ein Versprechen einlösen afspraken nakomen - Vereinbarungen einhalten

© K Dictionaries Ltd.

nakomen (ww.)

nachkommen (ww.)

Bron: interglot




NL: bewandelen
NL: bijhouden
NL: eerbiedigen
NL: gadeslaan
NL: gehoorzamen
NL: in acht nemen
NL: naleven
NL: observeren
NL: opvolgen
NL: respecteren

NL: een belofte, zijn plicht nakomen DE: einem Versprechen, seiner Pflicht nachkommen DE: ein Versprehen, seine Pflicht erfüllen
NL: een bevel, voorschrift nakomen DE: einem Befehl, einer Vorschrift nachkommen
NL: (de voorschriften) precies nakomen DE: genau befolgen
NL: (de voorwaarden) nakomen DE: einhalten
NL: nagekomen berichten DE: später eingelaufene Nachrichten