Vertalingen nieuw NL>DE
nieuw
bijv.naamw.
1) wat nog niet lang bestaat -
neu | een nieuwe versie van een softwarepakket - eine neue Softwareversion |
 gloednieuw
(=heel erg nieuw) - funkelnagelneu
|
2) wat iets vervangt -
neu Ons nieuwe huis is vijftig jaar oud. - Unser neues Haus ist fünfzig Jahre alt.
Heeft ze alweer een nieuwe vriend? - Hat sie schon wieder einen neuen Freund? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| nieuw | frisch ; frischgebacken ; gerade gekauft ; grün ; neu ; neu ; neugebacken ; unbenutzt ; ungebraucht ; unversehrt ; Früh- ; neuartig |
Bronnen: interglot; Wiktionary; mwb; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `nieuw`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankomendNL: anderNL: ApartNL: eigenaardigNL: frisNL: groenNL: hedendaagsNL: neoNL: nieuwbakkenNL: onervarenUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
nieuw-aangekomenen
DE: die NeuangekommenenNL: nieuw gebouw
DE: (nieuwbouw) Neubau (der)NL: nieuwe stad(swijk)
DE: Neustadt (die)NL: nieuw(gevormd) woord
DE: Neubildung (die)NL: de
nieuwe geschiedenis
DE: die neuere GeschichteNL: de
nieuwe talen
DE: die neueren SprachenNL: de
nieuwere tijd
DE: die NeuzeitNL: iets
nieuws
DE: etwas NeuesNL: het
nieuwe
DE: das Neue, die NeuheitNL: het
nieuwe is eraf
DE: es hat den Reiz, den Glanz, die Frische der Neuheit verlorenNL: in het
nieuw steken
DE: neu kleiden
