Vertalingen winkelhaak NL>DE
de winkelhaak
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈwɪŋkəlhak] |
| Verbuigingen: | winkelhaakhaken (meerv.) |
1) scheur in textiel in de vorm van een rechthoek -
Dreeick (das ~), Winkelhaken (der ~) | Je hebt een winkelhaak in je broek. - Du hast einen Winkelhaken in der Hose. |
2) gereedschap waarmee je rechte hoeken kunt maken -
Winkelhaken (der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de winkelhaak (m) | das Dreieck ; die Triangel |
| winkelhaak | Anschlagwinkel ; Dreieck ; Flachwinkel ; Quadrat ; Winkel ; Winkelbeschlag ; Winkelmass |
Bronnen: interglot; SEG; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen
Voorbeeldzinnen met `winkelhaak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: haakNL: scheur