Vertalingen legitimeren NL>DE
I legitimeren
werkw.
Uitspraak: | [lexitiˈmerə(n)] |
Verbuigingen: | legitimeerde (verl.tijd ) heeft gelegitimeerd (volt.deelw.) |
zeggen waarom iets juist is -
legitimieren , rechtfertigen een ontvoering legitimeren - eine Entführung rechtfertigen |
II zich legitimeren
reflexief werkw.
Uitspraak: | [lexitiˈmerə(n)] |
Verbuigingen: | legitimeerde zich (verl.tijd ) heeft zich gelegitimeerd (volt.deelw.) |
met een legitimatie bewijzen wie je bent -
sich ausweisen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
legitimeren (ww.) | ausweisen (ww.) ; legitimieren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `legitimeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: echtenNL: rechtvaardigenUitdrukkingen en gezegdes
NL: z.
legitimeren
DE: sich ausweisen, sich legitimieren