Vertalingen legitimeren NL>FR
I legitimeren
werkw.
Uitspraak: | [lexitiˈmerə(n)] |
Verbuigingen: | legitimeerde (verl.tijd ) heeft gelegitimeerd (volt.deelw.) |
zeggen waarom iets juist is -
légitimer , justifier een ontvoering legitimeren - légitimer un enlèvement |
II zich legitimeren
reflexief werkw.
Uitspraak: | [lexitiˈmerə(n)] |
Verbuigingen: | legitimeerde zich (verl.tijd ) heeft zich gelegitimeerd (volt.deelw.) |
met een legitimatie bewijzen wie je bent -
décliner son identité , justifier de son identité [lexitiˈmerə(n)] [vvt: heeft zich gelegitimeerd]1 met een legitimatie bewijzen wie je bent - décliner son identité - justifier de son identité
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
legitimeren (ww.) | identifier (ww.) ; légitimer (ww.) ; légitimiser (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `legitimeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: echtenNL: rechtvaardigen