Vertalingen lallen NL>DE
lallen
werkw.
Uitspraak: | [ˈlɑlə(n)] |
Verbuigingen: | lalde (verl.tijd ) heeft gelald (volt.deelw.) |
onduidelijk en hard rare dingen zeggen -
lallen lopen lallen als je dronken bent - lallend umherlaufen, wenn man betrunken ist |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lallen (ww.) | brabbeln (ww.) ; faseln (ww.) ; glucksen (ww.) ; heraussprudeln (ww.) ; lallen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `lallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bazelenNL: wauwelen