1. MWB
  2. Vertalen
  3. ladder (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • ladder > EN • ladder > ES • ladder > FR
Vertalingen ladder NL>DE

ladder

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈlɑdər]
Verbuigingen:  ladders (meerv.)

1) soort losse open trap om omhoog te klimmen - Leiter (die ~)
met een ladder het dak op gaan - mit einer Leiter auf das Dach steigen
touwladder - Strickleiter

2) smalle kapotte baan in een kous - Laufmasche (die ~)
Ik heb een ladder in mijn panty. - Ich habe eine Laufmasche in meiner Strumpfhose.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de ladderdie Tonleiter ; die Stehleiter ; die Skala ; die Leiter ; der Leiter ; die Laufmasche ; das Farbspektrum ; die Farbskala
ladder Wagenleiter ; fALLMASCHE ; Steigleiter ; Sprossenleiter ; Niedergangstreppe ; Niedergang ; Leiter ; lAUFMASCHE ; Ladegatter
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; SEG


Voorbeeldzinnen met `ladder`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gamma
NL: klimladder
NL: ladder in kous
NL: leer
NL: octaaf
NL: toonladder
NL: toonschaal
NL: trap

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: er zit een ladder (in je kous) DE: es läuft eine Masche
NL: een ladder ophalen DE: eine Laufmasche aufnehmen, auffangen