Vertaal
Naar andere talen: • koekoek > ENkoekoek > ESkoekoek > FR
Vertalingen koekoek NL>DE

de koekoek

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈkukuk]
Verbuigingen:  koekoeken (meerv.)

1) vogel die het geluid 'koekoek' maakt en die zijn eieren in het nest van een ander legt - Kuckuck (der ~)
Je hoort de koekoek hier elke dag, maar je ziet hem nooit.

2) uitbouw op het dak van een huis - Dachgaube (die ~)
een bouwvergunning voor een koekoek

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de koekoek (m) Gauche (m-p) ; Gäuche (m-p) ; der Kuckuck ; das Kuckucksmännchen ; das Kuckucksweibchen
de koekoekder Gauch
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `koekoek`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dakkapel

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: dat haal je de koekoek! DE: hol dich der Kuckuck!