Vertaal
Naar andere talen: • koekoek > DEkoekoek > ENkoekoek > ES
Vertalingen koekoek NL>FR

de koekoek

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈkukuk]
Verbuigingen:  -en (meerv.)

1) vogel die het geluid 'koekoek' maakt en die zijn eieren in het nest van een ander legt - coucou (le ~)
Je hoort de koekoek hier elke dag, maar je ziet hem nooit. - Ici on entend le coucou tous les jours, mais on ne le voit jamais.

2) uitbouw op het dak van een huis - chien-assis (le ~)
een bouwvergunning voor een koekoek - un permis de construire pour un chien-assis

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de koekoek (m) coucou (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `koekoek`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dakkapel