Vertalingen kapotslaan NL>DE
kapotslaan (ww.) | brechen (ww.) ; kaputtschlagen (ww.) ; zerbrechen (ww.) ; zerschlagen (ww.) ; zertrümmern (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `kapotslaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbrekenNL: inslaanNL: stukslaanNL: verbrijzelen