Vertaal
Naar andere talen: • kapotgaan > ENkapotgaan > ESkapotgaan > FR
Vertalingen kapotgaan NL>DE
kapotgaan (ww.) dahingehen (ww.) ; entschlafen (ww.) ; entzwei gehen (ww.) ; hinscheiden (ww.) ; kaputt gehen (ww.) ; sterben (ww.) ; umkommen (ww.) ; verscheiden (ww.) ; zerbrechen (ww.)
kapotgaan kaputtgehen ; krepieren
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kapotgaan`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: doodgaan
NL: omkomen
NL: onklaar raken
NL: overlijden
NL: sterven
NL: stukgaan