1. MWB
  2. Vertalen
  3. inwoner (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • inwoner > EN • inwoner > ES • inwoner > FR
Vertalingen inwoner NL>DE

de inwoner

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['ɪnwonər]
Verbuigingen:  inwoners (meerv.)

de inwoonster

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  ['ɪnwonstər]
Verbuigingen:  inwoners (meerv.)

iemand die ergens woont - Bürger/-in (die/der ~), Einwohner/-in (die/der ~)
de inwoners van Nederland - die Einwohner der Niederlande
De stad telt ongeveer 170.000 inwoners - Die Stadt zählt ungefähr 170.000 Einwohner.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de inwoner (m) der Einwohner ; der Mieter ; der Mitbewohner ; der Zimmerbewohner
inwonerder Bewohner ; die Bewohnerin ; Einwohner ; die Einwohnerin
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `inwoner`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bewoner
NL: burger
NL: huisbewoner