1. MWB
  2. Vertalen
  3. bewoner (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • bewoner > EN • bewoner > ES • bewoner > FR
Vertalingen bewoner NL>DE

de bewoner

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [bəˈwonər]
Verbuigingen:  bewoners (meerv.)

bewoonster

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈwonster]

iemand die ergens in woont - Bewohner/-in (die/der ~)
aan de bewoners van dit pand - an die Bewohner dieses Hauses

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de bewoner (m) der Bewohner ; die Bewohnerin ; der Einwohner ; die Einwohnerin ; der Mieter ; der Mitbewohner ; der Zimmerbewohner
de bewonerder Anwohner ; der Bewohner
bewoner Bewohner ; Vorstädter
Bronnen: Wiktionary; Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `bewoner`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: burger
NL: huisbewoner
NL: inwoner