Vertaal
Naar andere talen: • inplanten > ENinplanten > ESinplanten > FR
Vertalingen inplanten NL>DE
inplanten (ww.) einpflanzen (ww.) ; pflanzen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `inplanten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: implanteren