1. MWB
  2. Vertalen
  3. hachelijk (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • hachelijk > EN • hachelijk > ES • hachelijk > FR
Vertalingen hachelijk NL>DE

hachelijk

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈhɑxələk]

gevaarlijk en met een groot risico - riskant
Die lange schaatstocht was met die kou een hachelijk avontuur. - Der lange Schlittschuhlauf war bei dieser Kälte ein riskantes Abenteuer.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hachelijk lästig ; zudringlich ; verfänglich ; unbestimmt ; unbequem ; unangenehm ; schwierig ; schwer ; schlimm ; riskant ; prekär ; peinlich ; mäkelig ; mißlich (bnw.) ; aufdringlich ; hinderlich ; heikel (bnw.) ; gewagt ; gefährlich ; furchtbar ; feindlich ; drohend ; delikat ; brenzlig (bnw.) ; beschwerlich ; bedrängt ; bedrohlich
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hachelijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: benard
NL: benauwd
NL: delicaat
NL: ernstig
NL: gevaarlijk
NL: gewaagd
NL: heikel
NL: kritiek
NL: lastig
NL: link