Vertalingen grabbelen NL>DE
grabbelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈxrɑbələ(n)] |
Verbuigingen: | grabbelde (verl.tijd ) heeft gegrabbeld (volt.deelw.) |
lukraak dingen pakken -
grabschen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
grabbelen (ww.) | abrupfen (ww.) ; grabbeln (ww.) ; grapschen (ww.) ; grapsen (ww.) ; herumkramen (ww.) ; kramen (ww.) ; pflücken (ww.) ; rummeln (ww.) ; schachern (ww.) ; stöbern (ww.) ; wühlen (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `grabbelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: graaienNL: in iets rondtastenNL: rommelenNL: snuffelen