grabbelen

Vertalingen grabbelen NL>FR

werkw.

Uitspraak:	[ˈxrɑbələ(n)]
Verbuigingen:	grabbelde (verl.tijd ) heeft gegrabbeld (volt.deelw.)

lukraak dingen pakken - farfouiller , trifouiller

Overige bronnen

grabbelen (ww.)

farfouiller (ww.) ; fouiller (ww.) ; fouiner (ww.) ; fureter (ww.) ; tâtonner (ww.) ; tirer (ww.)

Bronnen: interglot; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `grabbelen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: graaien
NL: in iets rondtasten
NL: rommelen
NL: snuffelen

Uitdrukkingen en gezegdes

NL: in een laatje grabbelen FR: fouiller dans un tiroir

Zojuist vertaald