Vertalingen gemeenschap NL>DE
de gemeenschap
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [xəˈmensxɑp] |
| Verbuigingen: | gemeenschappen (meerv.) |
1) groep mensen of landen die bij elkaar horen -
Gemeinschaft (die ~) dorpsgemeenschap - Dorfgemeinschaft
de Europese Gemeenschap - die Europäische Gemeinschaft |
2) elk van de drie taalgebieden als bestuurlijke eenheid in België -
Gemeinschaft (die ~) | de Vlaamse Gemeenschap - die Flämische Gemeinschaft |
3) deel van de uitdrukking: -
 gemeenschap hebben (met iemand)
(=geslachtsgemeenschap, seks hebben (met iemand)) - Geschlechtsverkehr mit jemandem haben
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de gemeenschap (v) | die Community ; die Gemeinschaft ; das Gemeinwesen ; der Geschlechtsakt ; der Geschlechtsverkehr ; die Gesellschaft ; die Paarung |
| gemeenschap | Gemeinde ; Gemeinschaft ; Gesellschaft |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gemeenschap`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bandNL: burgersNL: maatschappijNL: paringNL: seksUitdrukkingen en gezegdes
NL: buiten
gemeenschap van goederen
DE: nicht in Gütergemeinschaft
