Vertalingen improviseren NL>DE
improviseren
werkw.
| Uitspraak: | [ɪmproviˈzerə(n)] |
| Verbuigingen: | improviseerde (verl.tijd ) heeft geïmproviseerd (volt.deelw.) |
1) met weinig middelen (een probleem) oplossen -
improvisieren | Er kwamen zo veel mensen dat ze moesten improviseren om iedereen te helpen. - Es kamen so viele Menschen, dass sie improvisieren mussten, um jeden zu versorgen. |
2) terwijl je een muziekinstrument bespeelt bedenken hoe je verder speelt muziek -
improvisieren | Jazzmuzikanten improviseren vaak in een solo. - In einem Solo improvisieren Jazzmusikanten oft. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| improviseren (ww.) | improvisieren (ww.) |
| improviseren (werkw.) | improvisieren |
Bronnen: interglot; WiktionaryVoorbeeldzinnen met `improviseren`

Voorbeeldzinnen laden....