Vertaal
Naar andere talen: • fruiten > ENfruiten > ESfruiten > FR
Vertalingen fruiten NL>DE
fruiten (ww.) bräunen (ww.) ; rösten (ww.)
fruiten anschwitzen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `fruiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bakken