het bestek

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bəˈstɛk]
Verbuigingen:	bestekken (meerv.)

1) lepels, vorken en messen om mee te eten - Besteck (das ~)

het zilveren bestek van grootmoeder wegwerpbestek

2) uitgebreide technische beschrijving van hoe je iets gaat bouwen - Baubeschreibung (die ~)

een huis volgens bestek bouwen - das Haus gemäß der Baubeschreibung bauen

in kort bestek (=beknopt) - in gekürzter Form

© K Dictionaries Ltd.

bestek (znw.)	das Couvert
het bestek	das Besteck
bestek	Ausschreibungsbedingungen ; Baubeschreibung ; Bauleistungsvertrag ; chirurgisches Besteck ; Kostenvoranschlag ; Leistungsbeschreibung ; Leistungsverzeichnis

Bronnen: Horecagids; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen




NL: bouwplan
NL: context
NL: couvert
NL: eetgerei

NL: (tekening en ) bestek DE: Baukostenanschlag (der)
NL: bestek en voorwaarden DE: (bij aanbesteding) Verdingungsgrundlagen (Mz)
NL: in een klein bestek DE: in gedrängter Form
NL: Nederland in kort bestek DE: die Niederlande im Überblick
NL: het bestek opmaken DE: (scheepst.) das Besteck nehmen