Vertaal
Naar andere talen: • flitsen > ENflitsen > ESflitsen > FR
Vertalingen flitsen NL>DE

flitsen

werkw.
Uitspraak:  [ˈflɪtsə(n)]
Verbuigingen:  flitste (verl.tijd )

1) fotograferen met een flitslicht - mit Blitzlicht fotografieren
Verbuigingen:  heeft geflitst (volt.deelw.)
Als er zo weinig daglicht is, kun je beter flitsen. - Wenn so wenig Tageslicht vorhanden ist, kann man besser mit Blitzlicht fotografieren.

2) snel en kort licht geven - blitzen
Verbuigingen:  heeft geflitst (volt.deelw.)
De bliksem flitste en even later hoorde je de donder. - Der Blitz leuchtete auf und wenig später hörte man den Donner.

3) snel en kort bewegen - flitzen
Verbuigingen:  is geflitst (volt.deelw.)
De wielrenners flitsten door het dorpje. - Die Radrennfahrer flitzten durch das Dorf.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
flitsen (ww.) aufleuchten (ww.) ; blitzen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `flitsen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: lichten
NL: oplichten