Vertaal
Naar andere talen: • doezelen > ENdoezelen > ESdoezelen > FR
Vertalingen doezelen NL>DE
doezelen (ww.) ein Nickerchen machen (ww.) ; nicken (ww.)
doezelen (werkw.) duseln ; wischen
het doezelendas Dösen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `doezelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dommelen
NL: dutten
NL: gedoezel
NL: gedommel
NL: gesoes
NL: slapen
NL: sluimeren
NL: soezen