Vertalingen doelpunt NL>DE
het doelpunt
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈdulpʏnt] |
Verbuigingen: | doelpunten (meerv.) |
punt voor een team waarvan iemand een bal in het doel (2) van de tegenstander schiet -
Tor (das ~) een doelpunt maken - ein Tor schießen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het doelpunt | das Tor ; der Treffer |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `doelpunt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: goalNL: trefferUitdrukkingen en gezegdes
NL: eigen
doelpunt
DE: Selbsttor (das)