Vertalingen doelpunt NL>FR
het doelpunt
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈdulpʏnt] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
punt voor een team waarvan iemand een bal in het doel (2) van de tegenstander schiet -
but (le ~) | een doelpunt maken - marquer un but |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het doelpunt | but (m) ; goal (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `doelpunt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: goalNL: treffer