het conflict

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[kɔnˈflɪkt]
Verbuigingen:	conflicten (meerv.)

situatie dat er ruzie is - Konflikt (der ~), Streit (der ~)

in conflict komen met de gemeente over een vergunning - mit der Gemeinde über eine Genehmigung streiten

gewapend conflict (=ruzie tussen groeperingen die met wapens wordt uitgevochten) - bewaffneter Konflikt

© K Dictionaries Ltd.

het conflict	der Anprall ; die Auseinandersetzung ; die Balgerei ; der Kampf ; die Kollision ; Konflikt ; der Konflikt ; der Krach ; der Streit ; die Zwiedracht ; der Zwiespalt
conflict	Konflikt

Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aanvaring
NL: botsing
NL: disharmonie
NL: onenigheid
NL: ruzie
NL: scheuring
NL: schisma
NL: strijd
NL: tweedracht
NL: tweespalt