1. MWB
  2. Vertalen
  3. cipier (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • cipier > EN • cipier > ES • cipier > FR
Vertalingen cipier NL>DE

de cipier

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [siˈpir]
Verbuigingen:  cipiers (meerv.)

beroep van iemand die mensen in de gevangenis bewaakt - Gefängniswärter (der ~), Wärter (der ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de cipier (m) der Aufseher ; der Gefängnisaufseher ; der Gefängniswärter ; der Wächter ; der Wärter
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `cipier`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bewaker
NL: gevangenbewaar
NL: gevangenbewaarder
NL: gevangenisbewaar
NL: gevangenisbewaarder
NL: wacht