Vertalingen bof NL>DE
bof (m) | der Kropf ; der Satthals ; die Struma |
de bof (m) | das Glück ; der Mumps ; das Schwein |
bof | Mumps |
Bronnen: f; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bof`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bofferNL: gelukNL: geluk hebbendNL: oorspeekselklierontstekingNL: parotitisUitdrukkingen en gezegdes
NL: (buitenkansje): wat een
bof
DE: so ein Schwein