Vertalingen bloei NL>DE
de bloei
zelfst.naamw. (m.)
(van planten en bomen) tijd dat ze bloemen hebben -
Blüte (die ~) in bloei staan - blühen |
in de bloei van je leven (=in de krachtigste fase van je leven) - in der Blüte des Lebens
Hij is op zijn veertigste in de bloei van zijn leven. - Er ist vierzig und befindet sich in der Blüte seines Lebens.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bloei (m) | der Aufschwung ; die Blühperiode ; die Blüte ; die Blütezeit ; die Hausse ; die Hochkonjunktur ; das Wachstum ; der Wuchs ; die Zunahme |
bloei | Blüte |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bloei`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bloeiperiodeNL: bloeiperiode van bloemenNL: bloeitijdNL: groeiNL: hausNL: hausseNL: hoogconjunctuurNL: ontplooiingNL: ontwikkelingNL: opbloeiUitdrukkingen en gezegdes
NL: de grote
bloei (van de handel)
DE: die HochblüteNL: tot
bloei komen
DE: aufblühen