Vertaal
Naar andere talen: • bevoordelen > ENbevoordelen > ESbevoordelen > FR
Vertalingen bevoordelen NL>DE
bevoordelen (ww.) begünstigen (ww.) ; bevorrechten (ww.) ; bevorzugen (ww.)
bevoordelen (werkw.) begünstigen ; vorziehen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `bevoordelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: begunstigen
NL: voorschuiven
NL: voortrekken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand bevoordelen boven DE: einen bevorzugen vor (3)
NL: zichzelf bevoordelen DE: sich einen Vorteil verschaffen