Vertalingen beven NL>DE
beven
werkw.
Uitspraak: | ['bevə(n)] |
Verbuigingen: | beefde (verl.tijd ) heeft gebeefd (volt.deelw.) |
erg trillen -
zittern , beben beven van angst - zittern vor Angst |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beven (ww.) | beben (ww.) ; bibbern (ww.) ; flimmern (ww.) ; frösteln (ww.) ; schütteln (ww.) ; vibrieren (ww.) ; zittern (ww.) ; zucken (ww.) |
beven (werkw.) | beben ; zittern |
het beven | die Erschütterung |
beven | Tremor ; Zittern |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `beven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bibberenNL: doodsbang zijnNL: rillenNL: schuddenNL: sidderenNL: trillen