Vertalingen belonen NL>DE
belonen
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈlonə(n)] |
| Verbuigingen: | beloonde (verl.tijd ) heeft beloond (volt.deelw.) |
iemand iets geven omdat hij iets goeds heeft gedaan -
belohnen , entschädigen | iemand belonen voor zijn inzet - jemanden für seinen Einsatz belohnen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| belonen (ww.) | auszahlen (ww.) ; belohnen (ww.) ; besolden (ww.) ; bezahlen (ww.) ; entgelten (ww.) ; honorieren (ww.) ; vergüten (ww.) |
| belonen (werkw.) | belohnen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `belonen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: betalenNL: bezoldigenNL: honorerenNL: salariëren