Vertalingen behouden NL>DE
behouden (ww.) | abschirmen (ww.) ; achtgeben (ww.) ; aufbewahren (ww.) ; aufheben (ww.) ; aufpassen (ww.) ; beaufsichtigen (ww.) ; behalten (ww.) ; Beiseite legen (ww.) ; bewahren (ww.) ; einkochen (ww.) ; einmachen (ww.) ; konservieren (ww.) ; reservieren (ww.) |
behouden | behalten |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `behouden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhoudenNL: achterhoudenNL: behoedenNL: beschermenNL: bewarenNL: conserverenNL: gespaardNL: in bescherming nemenNL: in stand houdenNL: onderhoudenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (de aanvankelijke snelheid)
behouden
DE: beibehaltenNL: behouden (aankomst)
DE: glückliche