Vertalingen beginnen NL>DE
beginnen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈxgɪnə(n)] |
Verbuigingen: | begon (verl.tijd ) is begonnen (volt.deelw.) |
1) (iets) gaan doen -
anfangen , beginnen , ins Leben rufen , gründen beginnen aan/met een nieuwe klus - eine neue Arbeit beginnen het begint te waaien - es beginnt zu wehen een bedrijf beginnen - eine Firma gründen |
voor zichzelf beginnen (=een eigen bedrijf opzetten) - sich selbständig machen
|
daar is geen beginnen aan (=dat is een onmogelijke zaak) - Das ist ein unmögliches Unterfangen.
|
Ja zeg, als je zó begint. (=wat je zegt als je boos wordt over wat iemand zegt) - Ja, wenn du schon so anfängst.
|
2) vanaf dat punt zich uitstrekken -
anfangen , beginnen hier begint de weg - Hier fängt der Weg an. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beginnen (ww.) | abheben (ww.) ; anfangen (ww.) ; anheben (ww.) ; antreten (ww.) ; aufnehmen (ww.) ; beginnen (ww.) ; einleiten (ww.) ; einläuten (ww.) ; einsetzen (ww.) ; starten (ww.) |
beginnen (werkw.) | anfangen ; beginnen |
beginnen | der Anfang ; der Beginn |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `beginnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbindenNL: aanbrekenNL: aanhangig makenNL: aanknopenNL: aanvangenNL: aanvattenNL: een begin nemenNL: entamerenNL: inluidenNL: intredenUitdrukkingen en gezegdes
NL: hij begint er altijd weer over
DE: er fängt immer wieder davon anNL: het is
beginnen te regenen
DE: es hat zu regnen angefangenNL: we zullen
beginnen met de nodige maatregelen te treffen
DE: wir wollen damit anfangen, daß wir die nötigen Maßnahmen treffenNL: om te
beginnen
DE: zunächstNL: te
beginnen met 1 januari
DE: vom ersten Januar an